Interview Joziene van de Linde in Cobouw door Yvonne Ton. Gepubliceerd: 14 jun. 2023
Met de nieuwe naam Modulair Nederland heeft de branchevereniging voor modulaire en circulaire bouwers vorig jaar al een nieuwe koers ingezet. Joziene van de Linde, managing director bij De Meeuw, gaat nu als eerste voorzitter de sector meer profileren.
Wat wordt uw taak als boegbeeld van die branchevereniging nieuwe stijl?
“De voordelen van modulair bouwen beter bij mensen op hun netvlies krijgen. Dan gaat het niet alleen om snelheid, maar ook om minder stikstof- en CO₂-uitstoot en veiligere werkomstandigheden. Daar neem ik het voortouw in door onder meer mijn netwerk uit te breiden en binnen mijn bestaande netwerk naar voren te brengen waarom we meer aandacht moeten hebben voor geïndustrialiseerd en modulair bouwen. Voor een deel valt dat samen met wat ik doe voor De Meeuw en voor een deel betekent dat nog een intensiever lobbytraject inzetten.”
De brancheorganisatie heeft een bescheiden aantal leden, terwijl industrieel en modulair bouwen toch enorm in opkomst is. Hoe komt dat?
“Het overgrote deel van de modulaire bouwers is lid. Je moet onderscheid maken tussen geïndustrialiseerd en modulair bouwen. Industrieel bouwen neemt een enorme vlucht, maar niet alle industriële bouwers zijn ook modulaire bouwers. Modulair bouwen is een specifieke manier van industrieel bouwen. We produceren bouwmodules die een ruimte compleet omsluiten en die we op locatie samenstellen tot een compleet gebouw. Het is echt in 3D bouwen: met verschillende legoblokjes en enorm circulair. We blijven modules hergebruiken.”
Hoe zinvol is zo’n onderscheid nog? Neem nou Van Wijnen, een van uw vroegere werkgevers, die bouwt toch ook demontabele huizen die verplaatsbaar zijn?
“Modulaire bouwers bouwen met 3D-onderdelen, die je iedere keer opnieuw in elkaar kunt zetten. We bouwen vandaag bijvoorbeeld een polikliniek om die modules na gebruik weer terug te nemen en er kantoren of woningen van maken. Dat is wat modulaire bouwers onderscheidt van andere industriële bouwers.”
Modulaire bouwers lijken de wind in de rug te hebben, maar er liggen vast ook uitdagingen?
“Ik noem het vooral kansen. Waar we langzamerhand steeds meer draagvlak voor zien ontstaan is certificering van modulaire woningen, zodat er veel sneller vergund kan worden. Aedes heeft daar net als wij ook voor gepleit. Zo kun je een versnelling in de woningbouw bereiken. Biobased bouwen is een andere uitdaging. Het mooie vind ik de snelheid waarmee we kunnen innoveren en vragen uit de markt kunnen absorberen. Hoe kunnen we nog sneller duurzaam bouwen dan we nu al doen? Natuurlijk trekken we daarbij samen op met andere industriële bouwers en traditionele bouwers. We gaan zeker niet in onze eigen bubbel aan de slag. Er valt van allerlei partijen te leren.”
Tot voor kort had je in elke stad veel lang braakliggende terreinen. Is het al gemeengoed om die grond in te zetten voor tijdelijk gebruik?
“Dat zie ik wel veranderen. Gemeenten zijn op een andere manier aan het kijken naar locaties. Bij Modulair Nederland ligt echt nog wel een opgave om gemeentes daarbij te helpen en uit te leggen wat er allemaal mogelijk is. We zijn in Nederland in het algemeen kritischer en misschien ook minder optimistisch geworden. Dachten we vroeger: dat is in twee tot drie jaar wel gebouwd, nu realiseren we ons vaker dat het eerder vijf tot tien jaar zal worden. Daar ligt dan net weer de kans voor modulaire bouwers.”
Modulaire bouwers bedienen natuurlijk ook nog andere segmenten dan de woningbouw. Is het aandeel woningbouw niettemin het grootst?
“De meeste groei zit in de woningbouw, maar we zien ook groei in andere sectoren. Zo is 60 procent van de scholen ernstig verouderd en moet opgeknapt worden. Dat betekent dat we daar vaak tijdelijke scholen neerzetten. In zorg is ook een enorme vraag. Door de vergrijzing ontstaat er een grote piek in verzorgingshuizen, die daarna weer snel afneemt. Modulair bouwen is dan een logische oplossing.”
Wat betekent de overname van De Meeuw onlangs door VDL, een bedrijf uit een heel andere sector?
“Het onderstreept dat ook investeerders kansen zien in modulaire bouwers. De afgelopen jaren zijn er ook al investeringen in andere modulaire bouwers gedaan, zoals bij Daiwa. Dat geldt in de hele breedte. Er komen meer en meer start-ups die geïndustrialiseerd en modulair gaan bouwen, maar er wordt ook meer geïnvesteerd in bestaande bedrijven. Daaruit blijkt dat de sector echt volwassen begint te worden.